Crisiscommunicatie is belangrijker dan ooit. Maar wat gebeurt er als we crisismanagement reduceren tot alleen communicatie? In zijn recente presentatie gaf Menno van Duin, lector Crisisbeheersing aan het NIPV (Nederlands Instituut Publieke Veiligheid), een scherpe analyse van de strategische en communicatieve uitdagingen binnen hedendaags crisismanagement.

 

Wat is een crisis eigenlijk?

Volgens Menno blijft de klassieke COT-definitie van crisis krachtig en actueel: bedreiging, urgentie en onzekerheid.

  • Bedreiging: er staat iets fundamenteels op het spel, bijvoorbeeld gezondheid, veiligheid of vitale belangen.
  • Urgentie: beslissingen moeten worden genomen onder grote tijdsdruk.
  • Onzekerheid: er is onvoldoende informatie om volledig gefundeerde keuzes te maken.

Naast deze objectieve kenmerken speelt er altijd een subjectief element. Een situatie wordt pas écht een crisis wanneer mensen – burgers, bestuurders, media – deze als crisis definiëren. Dit idee sluit aan bij de Thomas-theorie: “If people define situations as real, they are real in their consequences.” Wanneer de overheid een situatie bestempelt als crisis, volgt automatisch een andere aanpak dan bij ‘normale’ incidenten.

 

Zonder media geen crisis?

Menno stelt dat media onmisbaar zijn voor het ontstaan van een crisis. Zonder media-aandacht blijft een probleem vaak onder de radar, hoe ernstig het ook is. Een schrijnend voorbeeld is de droogte in de Sahel: jarenlang nauwelijks nieuws, totdat internationale media het oppikten en er ineens politieke en maatschappelijke druk ontstond.

Sociale media hebben dit proces drastisch versneld:

  • Iedereen kan tegenwoordig verslaggever zijn en beelden verspreiden.
  • Zelfs kleine incidenten kunnen viraal gaan en zo een nationale kwestie worden.
  • Traditionele nieuwsstructuren, zoals het 8 uur journaal, zijn vervangen door permanent nieuws.

“Zonder crisiscommunicatie is crisisbesluitvorming nauwelijks nog denkbaar,” aldus Menno.
De beeldvorming bepaalt steeds vaker het handelingsperspectief van bestuurders.

 

De opkomst van crisiscommunicatie

De rol van crisiscommunicatie is geëxplodeerd:

  • Organisaties beschikken over veel grotere communicatieteams dan 30 of 50 jaar geleden.
  • Politie, hulpdiensten en gemeenten hebben allemaal uitgebreide voorlichtingsafdelingen.
  • PR-professionals en communicatie-experts spelen een cruciale rol in crisisaanpak.

Toch waarschuwt Menno voor een overschatting:

“Crisiscommunicatie is belangrijk, maar niet zaligmakend. Zonder daadwerkelijke actie – politie, brandweer, ziekenhuizen, burgers – blijft communicatie leeg.” Crisismanagement draait dus niet alleen om beeldvorming, maar ook om daadwerkelijke hulpverlening en besluitvorming.

Mythe ontkracht: de eerste 24 uur

In de literatuur wordt vaak benadrukt dat de eerste 24 uur bepalend zijn voor het verloop van een crisis. Menno nuanceert dit sterk:

  • Veel crises hebben een langdurige nasleep die weken, maanden of zelfs jaren kan duren.
  • Fouten in de beginfase zijn corrigeerbaar, mits er openheid en herstelcommunicatie plaatsvindt.
  • De coronacrisis laat zien hoe moeilijk het is om vertrouwen vast te houden tijdens een langdurige crisis.

Het idee dat je maar één kans hebt in het begin, vindt Menno te simplistisch. Het gaat juist om volharding en consistentie door de hele crisis heen.

 

Media als katalysator én kans

Media versterken niet alleen crises, ze kunnen ook strategisch worden gebruikt.
Voorbeelden hiervan zijn politici of organisaties die een incident aangrijpen om hun agenda te versterken.
Menno noemt dit het inzetten van crisis als kans:

  • Politieke framing: zoals Wilders’ “Minder, minder, minder”-uitspraken, versterkt door actuele gebeurtenissen.
  • Bedrijfsmatig: bedrijven die een crisis gebruiken om reorganisaties te legitimeren.
  • Lokale incidenten: de “Zaanse vloggers”-casus waarbij landelijke media de situatie groter maakten dan lokaal nodig was.

Spindokters spelen hierin een belangrijke rol, maar ook bestuurders kunnen zelf richting geven. Inspirerende voorbeelden:

  • Tony Blair na de dood van prinses Diana.
  • Ronald Reagan na de Challenger-ramp.
  • Nederlandse bestuurders zoals de burgemeester van Oss, die tijdens de Stint-ramp snel en empathisch communiceerde.

Kun je media managen?

Volledig beheersen kan niet, maar beïnvloeden wel:

  • Snel en eenduidig communiceren via alle kanalen.
  • Consistente en transparante boodschappen geven.
  • Relaties opbouwen met journalisten en mediapartners, zodat er vertrouwen is in crisistijd.

Tijdens de eerste fase van de coronacrisis liet premier Rutte zien dat duidelijke autoriteit het publieke sentiment kan sturen. Maar zodra consistentie of geloofwaardigheid wegvalt, slaat het tij snel om.

Klassieke media versus sociale media

Hoewel sociale media domineren in snelheid en bereik, blijven klassieke media relevant bij grote crises.
Bij uitzonderlijke gebeurtenissen verdubbelen journaal-kijkcijfers nog steeds.
Wel ontstaat er een kloof tussen generaties: jongeren halen hun nieuws via TikTok of YouTube, terwijl traditionele kanalen achterblijven. Dit stelt crisiscommunicatie voor nieuwe uitdagingen in doelgroepbereik.

 

Crisiscommunicatie is cruciaal, maar niet genoeg

Menno van Duin benadrukt dat crisiscommunicatie nooit mag worden losgezien van daadwerkelijk crisismanagement.
Het is een onmisbaar onderdeel, maar de kern blijft:

  • Bedreiging, urgentie, onzekerheid onderkennen.
  • Snel handelen met beperkte informatie.
  • Media bewust inzetten zonder verstrikt te raken in framing of hype.
  • Vertrouwen opbouwen door consistentie en transparantie.

Crisiscommunicatie is belangrijker dan ooit, maar het is niet de crisis zelf. Uiteindelijk draait het om de combinatie van woord én daad: communiceren én doen.